Instellingen

In Instellingen kunt u het volgende configureren in Tech Tool:

U kunt Instellingen openen in het menu Tech Tool of via de snelkoppeling op de werkbalk van het tabblad Product

Instellingen communicatie-eenheid

Op dit tabblad ziet u welke stuurprogramma’s voor de communicatie-eenheid zijn geïnstalleerd, en kunt u selecteren welk stuurprogramma Tech Tool standaard moet gebruiken. Het is mogelijk meerdere communicatie-eenheden te configureren op dezelfde computer.

Standaard zijn VOCOM I en VOCOM II altijd geïnstalleerd en klaar voor gebruik in de usb-modus.

Tech Tool detecteert automatisch of u VOCOM I dan wel VOCOM II gebruikt.

Als u gebruik wilt maken van een RP1210-adapter, moet u eerst het bijbehorende stuurprogramma installeren en vervolgens de adapter selecteren als Standaard in de lijst Communicatie-eenheid.

../images/T0139369.jpg

Ondersteuning voor RP1210 Adapters

Op de lijst ziet u tevens alle RP1210 A/B/C-compatibele stuurprogramma's die u hebt geïnstalleerd op uw machine.

NB! Ondanks dat Tech Tool alle RP1210-compatibele stuurprogramma's vermeldt, worden alleen de volgende communicatie-eenheden officieel ondersteund door Tech Tool:

  • Nexiq USB Link (USB en Bluetooth)
  • Nexiq USB Link 2
  • Noregon JPRO DLA+
  • Noregon JPRO DLA+PLC
  • Noregon JPRO DLA+Wireless (USB en WLAN)
  • Dearborn DPA 5 (alleen usb-, Dual- of Quad-apparaat)
  • Dearborn DPA 4 Plus

    NB! Dit apparaat biedt geen ondersteuning voor nieuwere voertuigen (OBD2013 en OBD2014)

  • XscapeEz EZ Tap

    NB! Dit apparaat biedt geen ondersteuning voor nieuwere voertuigen (OBD2013 en OBD2014)

Configuratie

Deze optie geeft u de mogelijke configuraties voor de geselecteerde communicatie-eenheid.

Kies de communicatie-eenheid die u wilt configureren door ze te selecteren in de kolom Standaard.

Wanneer de VOCOM II communicatie-eenheid is geselecteerd in de kolom Standaard, gaat u door te klikken op de knop Configuratie direct naar de configuratie-applicatie voor VOCOM II. Zie de paragraaf Configuratie-applicatie voor VOCOM II voor informatie over hoe u VOCOM II moet configureren.

Er bestaat een enorm verschil tussen de configuraties voor communicatie-eenheden die compatibel zijn met VOCOM I en RP1210. Dit komt doordat de configuraties voor Bluetooth- en draadloze connectiviteit voor RP1210-eenheden buiten Tech Tool om worden verwerkt, door een verkoper-specifieke applicatie, terwijl de configuratie van de VOCOM I draadloze verbinding via de Tech Tool Instellingen zelf wordt geregeld.

NB! Voor RP1210-communicatie-eenheden die worden gebruikt in de usb-modus, is geen externe configuratie noodzakelijk en heeft Tech Tool de correcte usb-instellingen standaard geconfigureerd. Dit betekent dat geen enkele configuratie noodzakelijk is in Tech Tool om eender welk apparaat te gebruiken in de usb-modus – op de activering na van de correcte eenheid die u wilt gebruiken.

Een VOCOM I-eenheid configureren

Er zijn twee verbindingsmodi beschikbaar voor VOCOM I:

  • USB
  • WLAN (draadloos netwerk)

Usb-modus

In deze modus is geen configuratie noodzakelijk. Het enige wat u moet doen, is uw apparaat aansluiten op een usb-poort van uw computer. Tech Tool zal het automatisch detecteren.

Als het apparaat is aangesloten op een product, zal Tech Tool automatisch de productgegevens beginnen uitlezen en verzoeken om een werkopdracht te starten.

../images/T0015647.jpg

NB! Als uw apparaat niet wordt geïdentificeerd door Tech Tool, koppelt u het apparaat los van de usb-poort en sluit het opnieuw aan, of probeert u het aan te sluiten op een andere usb-poort.

WLAN-modus

In de WLAN-modus moet u het apparaat altijd eerst configureren met de USB-aansluiting. Nadat het apparaat via usb is geconfigureerd, kunt u de draadloze modus configureren.

Er zijn twee mogelijke configuraties in de WLAN-modus:

  • Direct
  • Toegangspunt

NB! Wanneer een usb-verbinding is gedetecteerd, zal Tech Tool de geconfigureerde WLAN-modus negeren. Dit betekent dat zelfs wanneer Tech Tool is geconfigureerd om VOCOM I te gebruiken in de WLAN-modus (Direct of Toegangspunt), de gedetecteerde usb-verbinding zal worden gebruikt en Tech Tool niet zal zoeken naar het geconfigureerde apparaat op het netwerk.

WLAN-Direct-modus

In deze modus zal Tech Tool rechtstreeks verbinding maken met de communicatie-eenheid. Het apparaat zal een draadloos netwerk hosten en Tech Tool zal er verbinding mee maken.

../images/T0015648.jpg

NB! Aangezien de computer rechtstreeks verbinding moet maken met het draadloos netwerk dat door het apparaat wordt gehost, kan de draadloos-netwerkadapter in de computer niet worden gebruikt voor toegang tot het internet. Dit betekent dat u een bekabelde verbinding of een andere draadloos-netwerkadapter nodig hebt voor toegang tot het internet.

Het apparaat configureren:

  1. Sluit een VOCOM I-apparaat aan op de computer met behulp van een usb-kabel (sluit nog niet aan op het product).
  2. Ga naar Instellingen.
  3. Selecteer VOCOM I in de lijst
  4. Klik op Configuratie.
  5. Selecteer WLAN als verbindingsmodus.
  6. Een configuratievenster wordt automatisch weergegeven dat u informeert dat het apparaat nog niet is geconfigureerd. Als het aangesloten apparaat reeds is geconfigureerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven dat u vraagt of u de configuratie wilt laden of een nieuwe configuratie wilt instellen. Kies voor het instellen van een nieuwe configuratie.
  7. Selecteer Direct als het type verbinding.
  8. De configuratie wordt automatisch gegenereerd door het systeem.
  9. Klik op OK om het venster Vocom Configuratie te sluiten.
  10. De configuratie wordt zowel op de computer als op het apparaat opgeslagen.
  11. VOCOM I is nu geconfigureerd als WLAN-Direct.
  12. Klik op OK om Instellingen te sluiten.
  13. U kunt het apparaat nu loskoppelen van de usb-poort en verbinding maken met een product. De productidentificatie dient automatisch te starten

NB! In de WLAN-Direct-modus duurt het opstarten met automatische identificatie langer dan in de usb-modus. Zorg ervoor dat de contactsleutel van het product AAN staat omdat anders het apparaat niet wordt gevoed en geen draadloos netwerk kan hosten. Als de automatische identificatie niet binnen één minuut start, klik dan op Verbinden om Tech Tool te dwingen te zoeken naar een geconfigureerd apparaat.

WLAN-Toegangspunt-modus

In deze modus maakt de communicatie-eenheid verbinding met een reeds bestaand draadloos netwerk, waardoor het apparaat een netwerkapparaat wordt waarmee verbinding kan worden gemaakt door elke Tech Tool-computer die (draadloos of bekabeld) verbonden is met dit netwerk.

../images/T0015649.jpg

NB! Aangezien de communicatie-eenheid verbinding moet maken met een reeds bestaand netwerk, moet de lokale IT-ondersteuning of de netwerkbeheerder de correcte netwerkinformatie leveren om het apparaat te kunnen configureren.

Dit is de netwerkinformatie die nodig is om een apparaat in te stellen als Toegangspunt-modus:

  • IP-nummer – een statisch IP-nummer dat wordt gebruikt door het apparaat terwijl het is verbonden met het netwerk. Dit moet een uniek IP-nummer (niet-conflicterend) zijn voor dat netwerk
  • Netmasker – het netmasker van het netwerk
  • Standaard Gateway – de standaardgateway van het netwerk
  • SSID – ID of 'naam' van het netwerk
  • Beveiligingsniveau – het type beveiliging dat wordt gebruikt door het netwerk
  • Wachtwoord – het wachtwoord of de sleutel van het netwerk

NB! DHCP wordt niet ondersteund door Tech Tool, dus alle vereiste informatie moet handmatig worden geleverd. Elk afzonderlijk apparaat moet een verschillend IP-nummer hebben. Gebruik niet hetzelfde IP-nummer voor meer dan één hardwareapparaat omdat wanneer deze apparaten tegelijkertijd worden gebruikt, een conflict zal optreden en ze niet correct verbinding zullen maken.

Het apparaat configureren:

  1. Sluit een VOCOM I-apparaat aan op de computer met behulp van een usb-kabel (sluit nog niet aan op het product).
  2. Ga naar Instellingen.
  3. Selecteer VOCOM I in de lijst
  4. Klik op Configuratie.
  5. Selecteer WLAN als verbindingsmodus.
  6. Een configuratievenster wordt automatisch weergegeven dat u informeert dat het apparaat nog niet is geconfigureerd. Als het aangesloten apparaat reeds is geconfigureerd, wordt een bevestigingsbericht weergegeven dat u vraagt of u de configuratie wilt laden of een nieuwe configuratie wilt instellen. Kies voor het instellen van een nieuwe configuratie.
  7. Selecteer Toegangspunt als type verbinding
  8. Het venster Vocom Configuratie zal de velden weergegeven die zijn beschreven in de bovenstaande lijst. Vul de netwerkinformatie in alle velden in.
  9. Klik op OK om het venster Vocom Configuratie te sluiten.
  10. De configuratie wordt zowel op de computer als op het apparaat opgeslagen.
  11. VOCOM I is nu geconfigureerd als WLAN-toegangspunt.
  12. Klik op OK om Instellingen te sluiten.
  13. U kunt het apparaat nu loskoppelen van de usb-poort en verbinding maken met een product. De productidentificatie dient automatisch te starten.

NB! In de WLAN-Toegangspunt-modus duurt het opstarten van de automatische identificatie langer dan in de usb-modus. Zorg ervoor dat de contactsleutel van het product AAN staat omdat anders het apparaat niet wordt gevoed en geen draadloos netwerk kan hosten. Als de automatische identificatie niet binnen één minuut start, klik dan op Verbinden om Tech Tool te dwingen te zoeken naar een geconfigureerd apparaat.

Een RP1210-eenheid configureren

Standaard wordt elk RP1210-apparaat ingesteld op USB en is het niet nodig om dit te wijzigen, behalve in het geval u een andere verbindingsmodus wilt gebruiken.

De volgende verbindingsmodi zijn beschikbaar voor RP1210-communicatie-eenheden:

  • WLAN
  • Bluetooth

NB! Tech Tool wordt geconfigureerd als de gewenste verbindingsmodus, maar de configuratie van het apparaat wordt beheerd buiten Tech Tool om (anders dan bij VOCOM I). Een externe applicatie is nodig om het apparaat goed in te stellen. Vraag de verkoper van de communicatie-eenheid om ondersteuning bij het correct configureren van uw apparaat.

Om een RP1210-communicatie-eenheid met een andere verbindingsmodus te configureren, gaat u als volgt te werk:

  1. Ga naar Instellingen.
  2. Selecteer de communicatie-eenheid in de lijst.
  3. Klik op Configuratie.
  4. Selecteer Aanbevolen instellingen. Als de Aanbevolen instellingen niet zijn ingeschakeld, betekent dit dat de communicatie-eenheid na de configuratie niet volledig door Tech Tool wordt ondersteund, zodat u de Geavanceerde instellingen moet gebruiken
  5. Kies de gewenste verbindingsmodus. Als geen andere verbindingsmodus dan USB wordt vermeld, betekent dit dat de communicatie-eenheid die wordt geconfigureerd geen ondersteuning biedt voor een andere verbindingsmodus.
  6. Klik op OK.
  7. De communicatie-eenheid is nu geconfigureerd als de gewenste verbindingsmodus.
  8. Als het apparaat is verbonden met een product en correct is geconfigureerd buiten Tech Tool om, zal de automatische identificatie automatisch starten.

NB! Als de communicatie-eenheid niet volledig wordt ondersteund en alleen de Geavanceerde instellingen zijn ingeschakeld, moet u de verkoper van de communicatie-eenheid vragen om ondersteuning bij het correct configureren van het apparaat.

Status

Deze functie is alleen beschikbaar voor VOCOM I, en er moet een communicatie-eenheid verbonden zijn met de usb-poort van de computer.

../images/T9078938.jpg

Als u op de knop Status klikt, wordt een venster weergegeven dat de volgende specifieke gegevens van de communicatie-eenheid toont:

  • Softwareversie
  • Stuurprogrammaversie
  • Naam verkoper
  • Serienummer
  • Toestel-ID

U kunt tevens de foutcodes zien die momenteel aanwezig zijn in het apparaat. Klik op Foutcodes wissen om de foutcodes te wissen.

Voor de volledige lijst met foutcodes en hun betekenis gaat u naar Foutcodebeschrijving.

Signaal

Deze functie is alleen beschikbaar voor VOCOM I wanneer deze geconfigureerd is in de WLAN-modus.

Als u op de knop Signaal klikt, wordt een venster weergegeven dat de huidige signaalsterkte van het geconfigureerde apparaat toont.

../images/T9078933.jpg

Netwerkverbindingsinstellingen

Onder de tab Netwerkverbinding kunt u instellingen maken voor proxyserververificatie en modemverbinding.

../images/T0139376.jpg

Proxy-verificatie

NB! Alleen van toepassing als een bevestiging voor de proxy-servercommunicatie moet worden gebruikt:

  1. Vink het vakje Gebruik proxy-authenticatie aan.
  2. Typ uw Gebruikers-ID en Wachtwoord.
  3. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het scherm te sluiten.
  4. Als een dialoogvak verschijnt waarin u wordt gevraagd de externe applicaties opnieuw te starten, klikt u op Ja.

Locatie

Speciale instellingen die vereist zijn voor de locatie vanwaar u verbinding maakt, bijvoorbeeld het netnummer.

  • Klik op Wijzigen om het Windows-dialoogvak Telefoon- en modemopties te openen en locaties te kunnen aanmaken, bewerken en wissen.
  • Klik op OK om de instellingen op te slaan en het scherm te sluiten.
  • Als een dialoogvak verschijnt waarin u wordt gevraagd de externe applicaties opnieuw te starten, klikt u op Ja.

Vooraf gedefinieerde modemverbinding

Hier kunt u de vooraf gedefinieerde modemverbindingen downloaden van de centrale systemen met behulp van de geselecteerde verbinding.

  • Klik op Downloaden om de vooraf ingestelde modemverbindingen te downloaden van de centrale systemen.
  • Klik op OK om de instellingen op te slaan en het scherm te sluiten.
  • Als een dialoogvak verschijnt waarin u wordt gevraagd de externe applicaties opnieuw te starten, klikt u op Ja.

Instellingen voor systeemstart

Op het tabblad Systeemstart kunt u bepalen of er services op de achtergrond moeten draaien wanneer Tech Tool gesloten is.

../images/T0139370.jpg

We bevelen aan om te kiezen voor ‘Services draaien op de achtergrond’.

NB! Wanneer u Tech Tool afsluit, kunt u ervoor kiezen om de services te laten draaien, of niet.

../images/T0137618.jpg